Jonge Kneu's in Bargerveen

Na even helemaal in  de wolken geweest te zijn vanwege de  jonge Kwak, dan nu maar weer met de pootjes op de grond en plaats ik dan nu mijn al eerder aangekondigde  blogje over de jonge Kneu's, ook een overigens niet alledaagse waarneming voor mezelf.
In een vorige blog heb ik al een paar foto's laten zien van jonge kneutjes, nu een heel blog gewijd aan de familie Kneu.
De Kneu (Carduelis cannabina) is familie van de Vinken en is graag op wat open terrein, liefst braakliggend, of in ieder geval met veel zaaddragende kruiden en struiken om in te nestelen.

Het mannetje is goed herkenbaar aan zijn fraaie roodgekleurde borst en voorhoofd, kenmerken die overigens aan het begin van de herfst verdwijnen, om tijdens de winter weer te verschijnen. Verder heeft de Kneu een, voor een vinkensoort, lange staart.
Het vrouwtje is een onopvallend bruin vogeltje en ik moet bekennen dat ik een vrouwtje Kneu meestal niet zomaar herkennen kan en vaak nog even in de boekjes moet kijken wie ik voor me heb. De jonge Kneu's lijken veel  op het vrouwtje.

links vrouwtje Kneu, rechts een mannetje

Je ziet een Kneu vaak niet, totdat er een groepje opvliegt, of voorbij komt vliegen. Ze leven meest in groepjes en foerageren op de grond en daardoor zie je ze bijvoorbeeld veel moeilijker dan Putters, die vaak bovenop planten zitten.

De jonge vogels in deze blog waren net uit het nest gekomen, ze konden wel vliegen, maar duidelijk nog niet goed en werden ook nog gevoerd door de ouders, die overigens zo snel weer verdwenen als ze voedsel brachten, dat ik daar geen foto's van heb kunnen nemen.

Wel foto's van een fraai trio jonkies, waarvan er eentje volgens mij dacht dat ie nog in het nest was en dat je niet ergens anders naar toe kon zonder over de broers en zussen te klauteren, een koddig gezicht, vooral door het ene heftig protesterende jong.

Een jonge Kneu krijgt insecten te eten van zijn ouders, maar als ze volwassen zijn, voeden ze zich met zaden.
De Kneu komt algemeen voor in Nederland, maar heeft net als veel andere vogels wel te lijden onder de intensivering van de landbouw. Met nog zo'n 40.000 broedparen is de Kneu overigens nog geen bedreigde vogelsoort. In de winter trekken veel Kneu's weg naar het zuiden met name naar Spanje en Marokko, maar een deel blijft in Nederland overwinteren.

Een Kneu heeft geen lange levensverwachting, ze worden meestal maar  2-3 jaar. Het is daarom maar goed dat een Kneu  2- 3 legsels heeft van april- juli en ieder legsel bestaat uit 4-6 eieren.