Posts

Posts uit januari, 2012 tonen

Kleine Zwanen dagen een Wilde Zwaan uit

Afbeelding
Onlangs kwam ik op een van mijn vaste rondjes in de omgeving een groep met maar liefst 45 Kleine Zwanen tegen. Naast de Kleine Zwanen maakten ook een Wilde Zwaan en enkele Knobbelzwanen deel uit van de groep zwanen. Zo'n grote groep is altijd onrustiger dan een klein groepje en dat was al te merken aan het geroep van de kleine zwanen. Dat geluid van de Kleine Zwanen vind ik echt prachtig, dus de ramen van de auto wijd open en genieten maar. Voor het wat zachtere gekeuvel zaten ze net wat te ver weg, maar het roepen was prima te horen. Dat roepen hoorde volgens mij wel wat bij het geruzie dat zich tussen de verschillende zwanen afspeelde, blijkbaar is er al weer een start van het territoriale gedrag. In het broedseizoen zie je de paartjes ieder hun eigen territorium opzoeken en worden andere zwanen daarin niet geaccepteerd. Op een gegeven moment waren er Kleine Zwanen die het gemunt hadden op de enige  Wilde Zwaan in de groep. Luid roepend en met uitgestrekte ha

De Hazelaar bloeit al weer!

Afbeelding
Onlangs liet boswachter Jos Huyser op twitter al een foto zien van de bloeiende Hazelaar. En dat is best heel vroeg, vorig jaar heb ik de eerste vrouwelijke bloei van de Hazelaar pas begin maart gezien. Jos dacht toen al dat het voor mij een leuk onderwerp voor een blogje zou zijn en daar had hij gelijk in. Dus met dank aan boswachter Jos (@Joshuijzer) voor de tip, een blogje gewijd aan de prachtige bloei van de Hazelaar. De Hazelaar komt al voor in ons land sinds de laatste ijstijd, zo'n 10.000 jaar geleden en is de eerste boom die ieder jaar bloeit. De Hazelaar kent een mannelijke en een vrouwelijke bloei. De mannelijke bloei kan, zoals we nu zien, reeds in januari voorkomen en bestaat uit de langwerpige katjes, die in de volksmond ook wel snottebellen worden genoemd, maar persoonlijk vind ik ze veel te mooi om ze zo'n onsmakelijke naam te geven. Aan de andere kant is de volksnaam ook zo gek nog weer niet want er zijn nogal wat mensen die allergisch zijn voor h

Toendrarietganzen zijn wintergasten

Afbeelding
Er zijn hier op mijn weblog al diverse ganzensoorten gepasseerd, maar aan de Rietganzen had ik nog geen blogje gewijd. Op dit moment zijn er bij mij in de omgeving, in Drenthe, grote groepen Rietganzen aanwezig als wintergasten en dus een goed moment om er aandacht aan te besteden. Als je een groep Rietganzen treft, zijn dat meestal Toendrarietganzen (Anser serrirostris), maar er kunnen in zo'n groep ook Taigarietganzen (Anser fabalis) zitten. Het onderscheid tussen die twee soorten is in theorie goed te maken, maar in de praktijk blijkt een stuk lastiger. Toendrarietganzen hebben een wat stompere kortere snavel en hebben een smalle ringvormige oranjerode vlek op de snavel. Bij de Taiga rietgans is de snavel langer en rechter en zit er meer oranjerood aan de snavel. Maar zoals vaak zit er variatie in de hoeveelheid oranjerood, zodat beide soorten dan toch weer slecht uit elkaar te houden zijn en ook voor ervaren vogelaars is het lastig te determineren. De ganzen hier boven

Huismus en Ringmus

Afbeelding
De Huismus (Passer domesticus) en de Ringmus (Passer montanus)  worden nogal eens door elkaar gehaald. Voor een geoefende vogelaar is het geen probleem is om ze uit elkaar te houden, maar voor iemand met minder ervaring is het best lastig. Vooral het mannetje Huismus lijkt  veel op  Ringmussen, waarvan mannetje en vrouwtje een gelijk verenkleed hebben. Vrouwtje Huismus Vrouwtje Huismus vrouwtje Vink Het vrouwtje Huismus onderscheidt zich het meest van de rest. Het heeft een vuilbruin met zwart gestreept  verenkleed en een effen lichtbruine onderzijde. Een lichte beigekleurige dikke snavel en een beige/gele wenkbrauwstreep.  Een vrouwtje Huismus zou je eventueel kunnen verwarren met een vrouwtje Vink. Mannetje Huismus Mannetje Huismus Het mannetje Huismus lijkt wel veel op een Ringmus, maar als je goed kijkt zijn er toch wel een aantal opvallende verschillen. Het huismusmannetje heeft een veel kleurrijker en contrastrijker verenkleed als het vrouwtje en een

Blauwe reigers niet populair

Afbeelding
In tegenstelling tot Zilverreigers, hebben de meeste mensen niet zoveel sympathie voor Blauwe reigers. Sterker nog, veel mensen hebben er zelfs een hekel aan en dat komt vooral ook doordat de Blauwe reigers er niet voor terugdeinzen om visjes uit de tuinvijvers te pikken. De Blauwe reiger (Ardea cinerea) is eigenlijk best schuw, maar  in stedelijke gebieden wordt hij steeds brutaler en laat zich daar niet snel afschrikken door mensen. Als kind zag ik niet zo vaak een Blauwe reiger in mijn omgeving in Drenthe en ik kan me nog goed herinneren dat we het echt een bijzonderheid vonden, net zoals dat nu nog zo is bij het zien van een Grote Zilverreiger Casmerodius albus). Sindsdien zijn de Blauwe reigers langzamerhand een vertrouwde en algemene verschijning geworden in de Drentse natuur. De Blauwe reiger gedijt goed doordat er niet veel strenge winters zijn geweest en daardoor hebben ze zich nu kunnen uitbreiden tot zo'n 12.000-13.000 broedparen. Ze broeden vaak in koloni