Patrijzen - vogels die je niet gemakkelijk ziet

De Romeinse schrijver en dichter Ovidius, die ruim 2000 jaar geleden leefde, heeft Metamorphosen geschreven, een verhalenbundel, die geïnspireerd is op de Griekse Mythologie. In dit werk staat een verhaal over een jongen, die Perdix heet en van de Akropolis werd geduwd.
Daedalus was een uitvinder en leerde het vak aan zijn neefje Perdix. De jongen dreigde zelfs beter te worden dan zijn leermeester, dat kon die laatste niet verkroppen en duwde Perdix van de Akropolis.
Maar de jongen werd gered door de godin Pallas Athena, de beschermgodin van de kunstenaars.
Zij veranderde Perdix, nog voor hij te pletter sloeg in een Patrijs (Latijn: Perdix). Ovidius zegt daarom dat Patrijzen nooit hoog vliegen omdat Perdix een trauma overhield aan zijn val.
bron: Wikipedia

Een Patrijzenmannetje staat zijn territorium duidelijk te maken voor soortgenoten

De Patrijs (Perdix perdix) is er al heel lang, we weten nu dat er dus 2000 jaar geleden al over werd geschreven. Patrijzen zijn  familie van de Fazanten, die hier voor de jacht zijn geïntroduceerd, maar in tegenstelling tot de Fazanten, zijn Patrijzen wel een inheemse vogelsoort in Nederland.
Patrijzen zijn zo'n 30 cm groot en hebben een gedrongen ronde vorm. Het lichaam is grijs en de bovendelen bevatten meer bruin. De kop is oranjebruin en de flanken zijn roestbruin gebandageerd. De borst is asgrijs en heeft een heel fijn gemarmerd patroon.
Al deze mooie kenmerken zie je absoluut niet zo maar, je hebt daar minimaal een verrekijker bij nodig en beter nog een telescoop. Wat je wel vaak met het blote oog kan zien is de donkere hoefvormige buikvlek die Patrijzen hebben. Bij het mannetje is die het grootste, bij vrouwtje wat kleiner en hij ontbreekt bij jonge Patrijzen.

Plat tegen de grond gedrukt zie je Patrijzen slechts met moeite

Bij gevaar drukken Patrijzen zich tegen de grond en zijn dan zo goed als onzichtbaar. Ze lopen ook wel weg voor gevaar. En als het helemaal niet anders kan, vliegen ze in een compacte groep luid roepend en met veel vleugelgeruis laagvliegend boven de grond weg.
Vaak vliegen ze dan maar een klein stukje om vervolgens snel weer op de grond te landen en zich daar te verschuilen.
In de winterperiode vormen Patrijzen groepjes, meestal zijn dat allemaal famielieleden. Aan het eind van de winter,dus in deze periode, gaan ze paartjes vormen. Maart is een goede tijd om eens extra op Patrijzen te letten, je hebt dan namelijk de meeste kans om ze tegen te komen.

Patrijzen richten zich alert op om te kijken of er onraad is

Patrijzen komen vooral voor  op de zandgronden en dan op de wat ruigere bouwgronden en braakliggende gebiedjes en verder op heidevelden en duinen.
Patrijzen foerageren graag in kort gras, dat zie je ze op mijn foto's ook doen, maar ze hebben vegetatie nodig als struiken en hagen waar ze kunnen schuilen en dekking zoeken bij onraad.

Patrijzen eten zaden en plantendelen en ook wel insecten. Volwassen Patrijzen eten rupsen en andere larven en jongen eten in het begin alleen maar insecten. Het ontbreken van o.a voldoende bladluizen, vliegen en mierenlarven, is een van de oorzaken, waardoor Patrijzen dramatisch in aantal zijn afgenomen, en op de rode lijst staan van beschermde en kwetsbare dieren.