Toendrarietganzen zijn wintergasten
Er zijn hier op mijn weblog al diverse ganzensoorten gepasseerd, maar aan de Rietganzen had ik nog geen blogje gewijd. Op dit moment zijn er bij mij in de omgeving, in Drenthe, grote groepen Rietganzen aanwezig als wintergasten en dus een goed moment om er aandacht aan te besteden.
Als je een groep Rietganzen treft, zijn dat meestal Toendrarietganzen (Anser serrirostris), maar er kunnen in zo'n groep ook Taigarietganzen (Anser fabalis) zitten. Het onderscheid tussen die twee soorten is in theorie goed te maken, maar in de praktijk blijkt een stuk lastiger. Toendrarietganzen hebben een wat stompere kortere snavel en hebben een smalle ringvormige oranjerode vlek op de snavel. Bij de Taiga rietgans is de snavel langer en rechter en zit er meer oranjerood aan de snavel. Maar zoals vaak zit er variatie in de hoeveelheid oranjerood, zodat beide soorten dan toch weer slecht uit elkaar te houden zijn en ook voor ervaren vogelaars is het lastig te determineren. De ganzen hier boven zijn zonder twijfel Toendrarietganzen. Overigens kunnen er bij een groep Rietganzen ook andere soorten aansluiten zoals de Kolganzen en de Grauwe Ganzen, dus altijd even goed kijken wat er zich in zo'n enorme groep bevindt.
Als je met de auto stil gaat staan bij een veld met Rietganzen, merk je hoe alert deze dieren zijn, meteen komen ze in beweging en lopen de ganzen die het dichtst bij de weg zitten verder naar achteren.
Dus allemaal de kont naar de camera gericht en alert de kop gedraaid om die fotograaf in de gaten te houden.
Met een beetje geluk besluiten ze een paar meter verderop dat het gevaar wel meevalt en blijven dan weer staan en gaan verder met waar ze mee bezig waren, terwijl er een aantal ganzen op wacht blijven staan.
Die bezigheden bestaan onder andere uit eten en drinken. Hier lopen ze op een grasland, maar je treft ze ook wel op mais- en aardappelakkers. Ze eten gras, granen, aardappelen en wortels van diverse gewassen.
Water hebben ze ook nodig en je ziet ze dan ook vaak slobberen uit plasjes en geultjes op de landerijen.
Ik vind het altijd erg leuk om naar die bedrijvigheid te kijken.
Rietganzen zijn behalve hun snavel ook nog aan meer kenmerken te herkennen, zoals hun oranje poten en hun donkere kop en hals, bij de Toendrarietgans steken die kop en hals sterker af tegen het lichtere lijf dan bij de Taigarietgans het geval is. Verder hebben ze duidelijk wit omzoomde veren op de rug en aan de vleugels. In de vlucht maken ze een donkere indruk, maar vliegbeelden zijn wel erg wisselend onder invloed van de lichtval en ik vind dat best lastig te zien. Rietganzen worden in verhouding tot andere ganzen niet heel oud. Daar waar andere soorten wel tot twintig of zelf vijfentwintig jaar kunnen worden, worden Rietganzen gemiddeld niet ouder dan tien jaar.
De Rietganzen zijn hier nog tot maart/april en dan trekken de Taigarietganzen weer richting de taiga's in het noorden van Scandinavië en Siberië, de taiga's zijn uitgestrekte vochtige naaldwouden.
De Toendrarietganzen gaan eveneens naar het noorden, maar dan naar de toendra's, de open gebieden aan de rand van het poolgebied, waar niet veel anders meer wil groeien dan wat dwergstruiken, grassen en mossen. De rietganzen komen in Nederland vaak ieder jaar naar hetzelfde gebied om te overwinteren en ik neem aan dat ze ook steeds broeden in hetzelfde gebied.
Met de klimaatsverandering zou het best eens kunnen dat er steeds minder Rietganzen hier komen overwinteren, maar dat ze noordelijker blijven steken. Je ziet nu al dat er in minder strenge winters minder Rietganzen naar ons land komen.
Als je een groep Rietganzen treft, zijn dat meestal Toendrarietganzen (Anser serrirostris), maar er kunnen in zo'n groep ook Taigarietganzen (Anser fabalis) zitten. Het onderscheid tussen die twee soorten is in theorie goed te maken, maar in de praktijk blijkt een stuk lastiger. Toendrarietganzen hebben een wat stompere kortere snavel en hebben een smalle ringvormige oranjerode vlek op de snavel. Bij de Taiga rietgans is de snavel langer en rechter en zit er meer oranjerood aan de snavel. Maar zoals vaak zit er variatie in de hoeveelheid oranjerood, zodat beide soorten dan toch weer slecht uit elkaar te houden zijn en ook voor ervaren vogelaars is het lastig te determineren. De ganzen hier boven zijn zonder twijfel Toendrarietganzen. Overigens kunnen er bij een groep Rietganzen ook andere soorten aansluiten zoals de Kolganzen en de Grauwe Ganzen, dus altijd even goed kijken wat er zich in zo'n enorme groep bevindt.
Als je met de auto stil gaat staan bij een veld met Rietganzen, merk je hoe alert deze dieren zijn, meteen komen ze in beweging en lopen de ganzen die het dichtst bij de weg zitten verder naar achteren.
Dus allemaal de kont naar de camera gericht en alert de kop gedraaid om die fotograaf in de gaten te houden.
Met een beetje geluk besluiten ze een paar meter verderop dat het gevaar wel meevalt en blijven dan weer staan en gaan verder met waar ze mee bezig waren, terwijl er een aantal ganzen op wacht blijven staan.
Die bezigheden bestaan onder andere uit eten en drinken. Hier lopen ze op een grasland, maar je treft ze ook wel op mais- en aardappelakkers. Ze eten gras, granen, aardappelen en wortels van diverse gewassen.
Water hebben ze ook nodig en je ziet ze dan ook vaak slobberen uit plasjes en geultjes op de landerijen.
Ik vind het altijd erg leuk om naar die bedrijvigheid te kijken.
Rietganzen zijn behalve hun snavel ook nog aan meer kenmerken te herkennen, zoals hun oranje poten en hun donkere kop en hals, bij de Toendrarietgans steken die kop en hals sterker af tegen het lichtere lijf dan bij de Taigarietgans het geval is. Verder hebben ze duidelijk wit omzoomde veren op de rug en aan de vleugels. In de vlucht maken ze een donkere indruk, maar vliegbeelden zijn wel erg wisselend onder invloed van de lichtval en ik vind dat best lastig te zien. Rietganzen worden in verhouding tot andere ganzen niet heel oud. Daar waar andere soorten wel tot twintig of zelf vijfentwintig jaar kunnen worden, worden Rietganzen gemiddeld niet ouder dan tien jaar.
De Rietganzen zijn hier nog tot maart/april en dan trekken de Taigarietganzen weer richting de taiga's in het noorden van Scandinavië en Siberië, de taiga's zijn uitgestrekte vochtige naaldwouden.
De Toendrarietganzen gaan eveneens naar het noorden, maar dan naar de toendra's, de open gebieden aan de rand van het poolgebied, waar niet veel anders meer wil groeien dan wat dwergstruiken, grassen en mossen. De rietganzen komen in Nederland vaak ieder jaar naar hetzelfde gebied om te overwinteren en ik neem aan dat ze ook steeds broeden in hetzelfde gebied.
Met de klimaatsverandering zou het best eens kunnen dat er steeds minder Rietganzen hier komen overwinteren, maar dat ze noordelijker blijven steken. Je ziet nu al dat er in minder strenge winters minder Rietganzen naar ons land komen.
Mooi! Wat zijn die Rietganzen prachtig getekend. Ze zien er ook weldoorvoed uit. Dat zal wel komen door de zachte winter, waardoor er extra veel voedsel voor de vogels te vinden is.
BeantwoordenVerwijderenlieve groet,
Betsy
Wolatelier DiAn
Al eerder aangegeven, dit moet verplichte literatuur worden voor elke vogelaar. Uitstekend beschreven, nu zelf nog op zoek om deze mooie ganzen goed voor de 500 mm lens te krijgen.
BeantwoordenVerwijderenHoi Coby, er is toch een hoop te beleven daar bij jou in Drenthe.
BeantwoordenVerwijderenNu weer de Rietganzen in grote getale, prachtige beelden, mooi van kleur.
Ik heb geen idee of ik ooit rietganzen heb gezien, waarschijnlijk wel, maar dan zal ik als leek gedacht hebben dat het grauwe ganzen zijn ;-)
Het is dus wederom een leerzaam blogje, dank!
Groetjes
Loes
Dit zijn mooie die je bij ons dus zelden ziet en daarom kijk ik met extra belangstelling. Een zalige serie ook zeer zeker wat fotografie betrerft.
BeantwoordenVerwijderenHoi Coby,
BeantwoordenVerwijderenO o een niveautje te hoog voor mij. Ik ben al blij dat ik de grauwe gans en brandgans ken en o ja de Nijlgans.
Komen er plotseling nog meer soorten bij. Maar erg leuk om te lezen en bekijken. Ik ben benieuwd of ik ze ooit ga zien.
Leuke informatieve blog (alweer)
Groeten, Gonnie
Prachtige foto's van de toendrarietganzen, wat zijn er toch veel ganzensoortje he. Ik hoop dat deze nog tot eind april blijven, dan zie ik ze misschien ook nog als we in Drenthe zijn.
BeantwoordenVerwijderengroetjes Ghita
Leuke foto's... (Ik vind de derde lekker eigenwijs:-)) En ook informatief!
BeantwoordenVerwijderenHa! Voor mij zijn het allemaal net grauwe ganzen!
BeantwoordenVerwijderenIk verdiep me te weinig in ganzen, omdat ze mij niet zo aantrekken.
Toch bedankt dat je even de puntjes op de i zet.
Je foto's laten in ieder geval duidelijk het onderscheid zien.
Jouw blog lees ik toch altijd met extra interesse.
Groetjes,
René
je hebt ze heel mooi weten te vangen deze mooie ganzen.
BeantwoordenVerwijderenMooi en leerzaam !
BeantwoordenVerwijderenHelaas ben ik niet verder gekomen dan de Rietgors, heb de Toendrarietganzen nog nooit gezien. Mooie en leerzame reportage! Hartelijke groet, Wout
BeantwoordenVerwijderenBeautiful pictures again and very interesting.
BeantwoordenVerwijderenGreetings,
Louise
Ik denk dat ze bij arkemheen ook veel zitten in de weilanden. En als je stopt lopen ze gelijk ver weg.Ik heb nooit echt goed naar ze gekeken, ik zie nu dat ze mooier zijn dan als ik dacht.
BeantwoordenVerwijderenGr Cees
Hoi Coby,
BeantwoordenVerwijderenlaatst zag ik ook een gans met een aardappel (pieper) in zijn snavel hihi....) Ik vind het wel zo knap dat je al die namen weet. Het mooie daarvan is dat ik echt steeds beter begin te kijken naar de diverse soorten. Niet dat ik alles weet hoor, maar de verschillen beginnen nu op te vallen.
Hele mooie serie weer.
Groetjes, Helma
Je hebt ze heel mooi op de foto gezet, zijn er inderdaad heel wat.
BeantwoordenVerwijderenMoiie soort vind ik.
Mooi op de foto gezet prachtige foto's. Groetjes Janny
BeantwoordenVerwijderenkijk aan...toendrarietganzen....
BeantwoordenVerwijderenik heb er nog nooit van gehoort.
En zo leer wat ik weer op je blog.
Als ik grote aantallen ganzen zie in de polder, dan denk ik eerst natuurlijk ja Grauwe ganzen, en de zwart/wit bruine zijn de Grote Canadese Ganzen. Als je ze dichtbij nadert komt er dus wel degelijk een andere ganssoort naar voren. Interessant blog weer, en bedankt voor het delen.
BeantwoordenVerwijderenGr,
Remco
Wat een prachtige foto's vind ik hier!
BeantwoordenVerwijderen